1 feb. 11 Dinsdag

 

Vanmorgen lekker even onder de douche gestaan. Je betaald er voor, dus je zal het ook gebruiken. Het is nog steeds ‘kortebroekenweer’. We gaan naar de ‘I-site’ voor wat informatie over wandelroutes in de buurt. Er worden een paar opties gegeven en we gaan voor de ‘Kauri Black Walk’. Deze wandeling loopt door de bush en bergen van Coromandelstad. De dame achter de balie waarschuwt ons, sprekend met een zwaar dialect, dat aan het einde van deze wandeling we door water moeten lopen.

 

Slim als we zijn nemen we een oude handdoek mee, waarmee je aan de overkant weer droog je schoenen in kan. Wat ze niet vertelt is dat deze wandeling veel op en neer gaat. Het pad heeft steile paden die zowel op als neer gaan, maar heeft ook heel veel traptreden. Als we na de wandeling weer terug zijn bij de camper hebben we 1132 treden op en afgelopen. Laat de sportschool nog maar even zitten. Het is zelfs warm vandaag. Om de tijd een beetje vol te maken tot vanmiddag lopen we even door Coromandel Town. Het oogt rustig in de straat. We lopen een paar winkels in en uit. Het zijn er niet veel dus ben je zo uitgelopen. We gaan ruim op tijd naar de ‘Driving Creek Railway’. Dit is een smal spoortreintje welke de bergen in gaat. De tocht duurt ruim een uur en je heb boven een mooi overzicht over de Coromandel Bay. Bij het kopen van de kaartjes wordt ineens alles duidelijk. Ook de dag van gisteren.

Zoals je heb kunnen lezen zagen we veel auto’s aan de andere kant van de weg rijden. Nu kan je op dit schiereiland bij Coromandel op 2 manieren komen. Via de Oostkust of via de Westkust. Wij kwamen gisteren via de Oostkust. Na de hevige regen en het staartje van de Cycloon “Wilma” welke het Noorder Eiland heeft aangedaan is de route via de Westkust geheel afgesloten. Dit is al vanaf zondag. Dus iedereen die van dit eiland af wil moet via de Oostkust. En dat verklaart eigenlijk alles. Het opruimen van de rotsen en bomen en het herstellen van de weg duurt tot donderdagmiddag 16:00 uur. Daarna geven ze de weg pas vrij. Wij gaan morgen richting Auckland. Dan is het woensdag, dus wij moeten ook omrijden. Zo druk als het gisteren was zal het niet worden, want het was gisteren ook nog een feestdag in New Zealand. Na het treinreisje zijn we nog even opzoek gegaan naar een strandje. Tenslotte moet de Tasman See ook met een bezoek vereert worden. Tijdens de zoektocht komen we ook bij een “road-block”.  We moeten even wachten voor een vrachtauto die door een shovel even vol geduwd wordt. Alles gaat er in. Takken rotsen klei en asfalt. Jawel ook asfalt. De weg waar wij overrijden is op één stuk zomaar een meter smaller geworden. Het asfalt is namelijk ook weg geslagen. De piket paaltjes die de weg markeren liggen 2 meter lager op de rotsen. Dus rechts rotsen op de weg en links een hap uit de weg. Prettige reis. We kijken vanavond wel even op internet hoe het er voor staat. Het strand hebben we niet gevonden, dus wordt het camping. Ook niet verkeerd. 26 graden en met je voeten in de Tasman See. Weer afzien vandaag dus. Morgen richting Auckland, maar wel met een omweg.

 

 

2 feb. 11 Woensdag.De laatste reisdag met ons camper. We doen nog even navraag bij de receptie of de weg al open is, maar helaas morgenmiddag om 16:30 uur. Net even te laat voor ons. We ruimen de boel op en gaan dezelfde weg terug als we gekomen zijn voor de eerste 100 kilometer. Onderweg besluiten we dat we nog wel een keer naar de ‘Hot Water Beach’ gaan. Het is namelijk wel een vreemde ervaring als je daar op het strand staat en je wroet wat met je voeten in het zand en ze verbranden bijna. We zijn ruim 2 uur eerder dan 2 dagen geleden en het parkeren gaat makkelijk. Het is nog niet zo heel druk namelijk. Het strand is begaanbaar, want het wordt al eb. Doen we het of doen we het niet.

Wat zal je afvragen. De zwemkleren aan. Ja we gaan er nu helemaal voor. De camera’s en handdoeken in de tas en daar gaan Pa en Ma, zonder kinderen, het strand op. En wat doen ze…. Ze gaan een kuil graven. Maar niet voor een ander. Het is toch van de zotte. In Nederland houden we helemaal niet van het strand en hier graven een kuil om lekker in het warme water te gaan zitten. Eigenlijk durven we dit niet aan onze kinderen te vertellen. Jut en Jul gezellig op het strand. Gezellig is het wel. We raken aan de praat met een Kiwi die eigenlijk in Amerika werkt en nu als een Amerikaan vakantie komt vieren in zijn eigen land. Hij praat lekker en hij kijkt bij ons af hoe we de kuil graven. Hij heeft een schep en wij niet, maar onze kuil is zeewater bestendig. Tenslotte zijn we toch Hollander en die weten alles van dijken bouwen. Neem toch een cursus bij de profs. Na anderhalf uur te hebben gesudderd in ons poeltje houden we de boel voor gezien. We moeten verder. Nog voordat we weglopen is onze kuil al weer ingepikt door andere mensen. Zo gaat dat hier. De breedte waar het warme water naar boven komt is maar 50 tot 100 meter. Dus iedereen zit lekker op een kluitje. Met een heerlijke koude douche proberen we het zand van ons lichaam af te halen. Het is aanzienlijk minder druk  dan op de heenweg. En dat is goed nieuws voor ons. De’ One Lane Bridge’ waar 2 dagen geleden een grote file stond kunnen wij nu zonder problemen over. Na de lunch is het tijd voor de weg naar Auckland. Na een uurtje zitten we op de snelweg. Na het avontuur van 3 weken is dit wel even een cultuurshock. Brede wegen, veel auto’s en veel gehaaste mensen. Kunnen we vast een beetje acclimatiseren.  De kleren worden al een beetje gesorteerd. De koffers komen uit het onderruim naar boven. De keukenapparatuur welke we niet gebruikten komt weer boven water. Ik geloof dat het er nu toch bijna op zit. Morgen de koffers naar het hotel brengen. De camper inleveren en nog even een kijkje in Auckland nemen.