Vrijdag 14 juni 2 cols en meer, op stokbrood.

 

 

Het is gelukkig weer droog. Het heeft vannacht wel even gespookt de parasol is afgebroken en er liggen veel takken op de weg.

Maar na een prima nachtrust, ondanks de twijfelaar, schuiven we aan, aan een grote eettafel. Alles behalve het vlees was zelf gemaakt. 6 soorten honing, 5 soorten confituren 3 soorten brood 1 fles zelfgemaakte appelsap. Het staat er allemaal. Na het afrekenen vertrekken we naar de cols. Col de Steige staat als eerste op het programma.

Het weer is prima voor de klim. In elk geval veel beter dan toen ik hem met Kelly beklom. Kees trapt zo makkelijk naar boven dus ik laat hem lekker gaan. Toch had hij wielrenner moeten worden. Eenmaal boven op de Col de Steige nemen we een rustpauze. We genieten heerlijk van het mooie weer en van een vliegvisser die de kunst nog niet goed beheerst.

We dalen af richting Schirmeck met wat warms aan, want de rijwind is koud bij een snelheid van 35 km per uur. In Schirmeck nuttigen we de stokbroden met ham die we in Ville hebben gekocht. Ze zijn dus de col over gefietst.

 

 

Het is goed toeven in de zon. We klagen niet, het is droog, af en toe een zonnetje en niet te warm. Klaar voor de Col de Donon? Dat niet maar als je verder wilt, moeten we erover.

De klim van 9 km brengt ons naar een hoogte van 750 meter. We beginnen in Schirmeck op een hoogte van 320 meter. Er zitten 3 lastige stukken in. Een van 2 km een van 3 km en een van 4 km. Oftewel hij was pittig. Kees was al snel uit het zicht. Rustig zwetend en hijgend klim ik naar boven.

Kom nog herkenbare punten tegen zoals Grandfontiane halverwege de klim. Een overnachtingpunt van 7 jaar terug. Kees kon zich de specialiteit van het restaurant op de top nog herinneren. Taart met een lekkere vulling. Moesten we maar doen dachten we zo.

Niets te veel gezegd, de taart was heerlijk en de Cola zoals gebruikelijk. Wel direct afrekenen, dat wel. Na de taart kon de afdaling ingezet worden. Helaas was de dame van de chambre d'hotes nog niet te bereiken dus zijn we maar richting het dorp gefietst, op hoop van zege. Tenminste we dachten dat we richting Vasperviller zouden fietsen, maar we zijn een afslag te vroeg naar rechts gegaan. We komen dus nu uit in Abreschviller. Maar niet getreurd, nog maar een keer bellen. En Yes pardon Oui, mevrouw was huis en ze heeft een kamer. Even tactisch gevraagd of we niet beter eerst kunnen gaan eten in de grotere plaats Abreschviller of dat er in de buurt misschien iets was waar we kunnen eten. Maar nee we kunnen beter eten waar we nu zijn, want in de omgeving van de chambre d'hotes is niets. Zo komt het toch nog goed. Wederom maar stokbrood gekocht, maar nu met Munsterkaas. Banaantje erbij en een liter melk. Prima voor elkaar zo.

 

 

 

Om half zeven komen we aan bij onze eindbestemming van vandaag. De koninginnenrit zoals Kees hem noemt zit er op. 104 kilometer lang. 2 lange cols en nog 4 pittige kleine erna.

Zelfs de chambre d'hotes ligt op een heuvel. Een stijgingspercentage van 12 procent was het, om er te komen.

De topsnelheid lag vandaag op 56 km per uur. Niet slecht, voor dunnen bandjes met bepakking. De hoogte meters, lees de klimmeters, waren vandaag 1000. Dus bij elkaar hebben we een kilometer geklommen.

We bellen even naar ons volgende logeeradres, maar die is helaas helemaal vol. Balen dus...maar de eigenaar geeft een adres op welke 4 kilometer verderop ligt van een andere chambre d'hotes. 

En we hebben geluk, hij heeft een kamer voor ons. Gelijk maar boeken dus. We zijn er morgen om 18:00 uur. Eerder kunnen we niet terecht volgens de eigenaar.

 

 
Om half elf begin ik een beetje te knikkebollen, het kaarsje gaat langzaam uit. Welterusten, morgen weer een dag.