12 jan. 11  Woensdag

Vandaag hebben we de wekker gezet, maar het is weer nergens voor nodig. Tuurlijk waren we voor de wekker wakker. We gaan vandaag met de Taieri Gorge Railway naar Pukarangi. Een rit die ongeveer 4 uur zal duren. Het is een toeristentrein die vaak onderweg zal stoppen voor foto’s en video opnames. Maar eerst moeten we naar het station van Dunedin wandelen. Er is ons verteld  dat het een half uurtje lopen is. Daar draaien wij onze hand niet voor om. Maar een inschatting op de kaart en wat we gisteren gezien hadden toen we op de camping kwamen, schatten wij het in op 3 kwartier. Of de Kiwi’s moeten wel ontzettend snel kunnen lopen. We hadden de 3 kwartier wel nodig blijkt achteraf. Hemelsbreed is het niet zo ver, maar de heuvels zijn de vertragende factor. De kaarten hadden we al gisteren gereserveerd bij de receptie van de camping, dus plek hadden we in de coupé.

Een gereserveerde plek nog wel. De trein bestond uit 6 oude wagons welke allemaal nog een bordes hadden waar je op kon staan. Dat werd ook toegestaan tijdens de reis. Ze hadden de kachel in de wagons aangezet. Lekker warm dus, maar deze illusie wordt na 500 meter de grond ingeboord. De ramen welke in de wagon zitten, zijn schuiframen. Oude houten schuiframen. Geen tochtstrippen of iets dergelijks. Dus het was snel gedaan met de warmte. De rit was wel een leuke rit. We worden langs het dal van Taieri rivier gevoerd. Over verschillende bruggen en door enkele tunnels. Bij de stations waar we stoppen staan de “locals” met hun lokale producten. Schapen als sleutelhanger, magneten, handtasjes, sloffen etc. Tijdens de rit hadden we even last van een paar regendruppels, maar voor de rest bleef het wel droog. De harde wind maakte het wel koud. We hebben 8 graden op de thermometer staan. De terugweg verloopt wat sneller. We maken minder tussenstops en dat scheelt. Bijna een uur later dan de dienstregeling aangeeft komen we weer aan op het station van Dunedin. De volgende groep staat alweer te drentelen om de trein in te stappen voor de middageditie.

 

Wij lopen naar de Baldwin Street de steilste straat van de wereld. Dat moeten we aannemen omdat deze volgens de borden ook zo vermeld wordt in het Guiness World Book of Records. Dan mag je aannemen dat het juist is. We wandelen vanaf het station tot buiten Dunedin richting Baldwin Street,  met een flinke koude bries in onze rug. Het voelt gewoon koud aan.  Al kijkend vanaf het begin van de straat naar boven geven we toe dat het steil is maar wel te doen. Dus we laten ons niet kennen. Steil was het wel, maar vooral het voorlaatste deel was heel steil. Maar hijgend hebben we het gehaald. We waren niet de enige die het hijgend hebben gehaald, want de gemeente heeft boven aan een keurig bankje neergezet. Er is zelfs aan een kleine waterkraan gedacht voor de dorstige onderons. Tijdens het gebruik maken van deze bank zie je hoeveel mensen er vals spelen. Ze worden met een taxi naar boven gebracht. Lopen 10 meter naar beneden en laten zich als helden op de foto zetten. We houden het voorgezien en stippelen de route naar onze camping uit. Meer Baldwin Streets komen we onderweg tegen, maar dan ik een kleiner formaat. Onze kuiten zijn blij als ze onder een heerlijke warme douche verwend worden.

 

 

 

 

 

13 jan. 11   Donderdag

Het was koud vannacht. Heel koud.

Het is maar goed dat we bij vertrek een extra deken gevraagd hebben, want zonder zouden we deze nacht niet goed hebben overwinterd.

Vandaag eerst maar even het afvalwater lozen dat scheelt een hoop ballast. We nemen de “The Southern Scenic Route” welke van Dunedin richting Invergargill loopt. De eerste stop wordt de waterval bij Purakaunui. Watervallen welke bijna op de route liggen, dus zullen we deze gaan bekijken. Maar tot onze verbazing wordt dit niet onze eerste stop. Hebben jullie wel eens schoen aan een hek zien hangen? Nu, wij wel. We rijden ongeveer 30 kilometer ten zuiden van Dunedin en zien opeens een hek met  allemaal schoenen. Dus hier moeten we even stoppen. Aan het prikkeldraad hingen allemaal oude schoenen. Veel nog compleet, een gezellig paar dus, maar wel erg oud. Soms zelfs zo oud dat de schimmel en de mossen er op stonden. Het hek was wel honderd meter lang. Dus dat is wel even sparen voordat je zo een collectie bij elkaar hebt. Een hele apart gezicht.

Uiteindelijk werd onze tweede stop dus de watervallen van Purakaunui. De watervallen kan je alleen bereiken via een 4 kilometer lange gravelweg. Dus heel voorzichtig rijden,  de auto moet nog een paar weken mee. De wandeling vanaf de parkeerplaats duurt ongeveer 10 minuten. De watervallen waren niet heel groot en spectaculair. Toch is het wel een welkome onderbreking van de tocht over “The Southern Scenic Route”.  Als tweede, wat nu de derde tussenstop is geworden bezoeken we de McLean Falls. Ook hier rijden we over een leuke gravelweg. De wandeling naar de waterval is “uit en thuis” 40 minuten. De omgeving en het pad er naar toe doet ons denken aan Madeira. Smalle paden door de bossen en opeens om de hoek een waterval. De waterval bestaat uit drie etappes. De hoogste kunnen we niet bereiken.

Als laatste stop van deze route bezoeken we de vuurtoren op het Waipapa Point. En jawel wederom een gravelweg. Maar nu een van 8 kilometer lang. Je begint er aan gewend te raken, maar deze was venijnig.  Het is meer een wasbord dan een redelijk vlakke weg. De vuurtoren is niet groot, maar staat wel op een tochtige plaats. Er waait een stevige wind vanaf zee en we hangen even tegen de wind in. Op deze plaats komen zeehonden voor. Maar misschien dat ze even eten aan het halen zijn, maar wij zien ze niet. We lopen via het strand terug naar de camper. Opeens roept Ben hè, dat is toch een zeehond onder dat zand? Ja daar ligt iets maar het lijkt of hij  dood is, want er zit totaal geen beweging in dit beest. Maar even later is meneer of mevrouw wakker en doet alleen even een oog open. Hij leeft dus. Als we weer boven op de duinen lopen zien we hem nog een paar keer bewegen met zijn staart. Zou hij ons uitzwaaien? Deze plek heeft ook een andere betekenis, namelijk dit is het zuidelijkste plekje welke wij bezoeken in New Zealand. We gaan alleen nog maar noordelijker. We stellen de TomTom in op de supermarkt in Invercargill en worden keurig naar de supermarkt geloodst. Via de kaart had ik deze route nooit gevonden. Toch wel fijn deze GPS. Ook zijn we er achter dat we een Cruise Control in de auto hebben. Lekker op de 80 kilometer zetten en relaxed naar de volgende bestemming. De Kiwi camping in Invercargill