Reisverslag 2e week  Ga naar reisverslag 1e week  Ga naar reisverslag 3e week   
 

20 juli  tot  26  juli 2009

     
 

 

Maandag 20 juli.

 

H

et ontbijt bestaat uit een paar broodjes, jam en melk met koffie. Ook  worden 2 gekookte eitjes in schaaltje geserveerd. Meer dan 10 broodjes krijgen we met 4 personen niet, want er komen nog meer hotelgasten.

Het opladen van de fietsen is binnen 5 minuten geregeld. Alleen moet de afwas van gisteren nog even gedaan worden door Jan. Onderweg naar ons vertrekpunt doen we nog even boodschappen.

We worden op een berg op een hoogte van 3800 meter afgezet. De afdaling over de asfaltweg gaat prima. Een snelheid van boven de 60 kilometer per uur halen we wel. Maar na een afdaling komt natuurlijk de onherroepelijke klim. De eerste van de drie die op het programma staan voor vandaag. De klim gaat geleidelijk omhoog. Lekker in het kleine verzetje en trappen maar. Kees en Rob gaan ruim voorop. Ik trap lekker mijn eigen tempo en kom er ook wel. Boven waait het verschrikkelijk. Na een kleine rustpauze beginnen we aan een nieuwe afdaling. Dit is een afdaling met tegenwind. Op bepaalde stukken moet je zelfs meetrappen om vooruit te komen. Halverwege de afdaling neemt Jan de videocamera van Kees over, om en paar beelden te maken.

De volgende klim kondigt zich aan. Ik heb eindelijk mijn tred gevonden en trap in een redelijk tempo naar boven. De afstand tussen Kees en mij wordt steeds kleiner. Uiteindelijk haal ik zowaar mijn oudste broer met heel veel bergervaring in. Tijdens enkele tussenstops moest hij wel even naar luchthappen. Ik zag vandaag voor het eerst Kees na een fietsinspanning afzien. Komt niet zo vaak voor. Na deze klim komt een prachtige afdaling. We rijden door een soort kloof, canyon, heen. In de kloof diep langs de weg stroomt een klein riviertje. Het is een mooi gezicht. Ik hoop dat Jan hier ook een paar foto's van neemt, tenslotte heb ik mijn fototoestel ook maar even afgegeven.

De lunch hebben we op een parkeerplaats bij een benzinestation. Jan heeft broodjes gekocht en maakt van avocado’s, tomaten, uitje en knoflook een lekkere guacamole. Als toetje hebben we een kleintje yoghurt. Allemaal heel smakelijk.

Zo zittend op het randje krijgt Kees het toch even moeilijk. Kan  wel slapen zegt hij. Dat is natuurlijk een teken aan de wand. Het vervolg naar ons eindpunt is zwaar. Kees heeft het moeilijk, ik zelf was ook niet op en top. Een sluimerende hoofdpijn komt op. Het laatste gedeelte van de route zal het zeer stijl omhoog lopen. Jan heeft ons al gewaarschuwd dat het zwaar zal worden. Met frisse tegenzin beginnen we aan het laatste gedeelte naar Quilotoa. Maar bij de eerste haarspeldbocht zien we het alle twee niet zitten. We keren maar om,  en zakken af naar Jan die onder aan de klim staat. We laden de fietsen op en rijden via de luxe manier maar naar boven. Onderweg komen we Rob nog tegen die het laatste gedeelte wel naar boven fietst, de kanjer.

Eenmaal op de top is de entree 2 dollar per persoon om het indianendorp in te komen. We zitten nu boven de 4000 meter. Geen wonder dat je hier wat lucht te kort komt. Jan vraagt nog of het een beetje gaat, want anders gaan we naar een lager gelegen overnachtingadres. Op het moment dat hij dit vraagt gaat het weer redelijk met ons. Ik heb intussen al een aspirine achter mijn kiezen, met zeer weinig resultaat.

Na een provisorische douche en even uitblazen op ons klamme koude bed, lopen we even naar de top van de krater. Het uitzicht is echt mooi. Een oude vulkaan die gevuld is met water. Vanaf de rand, waar wij staan, is het ongeveer 350 meter naar het water. Als je wilt kan je de afdaling maken via een pad, of je huurt een ezel die je het werk laat doen. Wij zijn het zat en gaan terug naar ons hostel. Het wordt kouder en kouder. De kachel in de eetzaal staat gelukkig aan. Dus verblijven we even in de kantine om ons op te warmen.  Maar eigenlijk gaat het steeds slechter met Kees. Een extra handicap is dat het eten toch wel lang op zich laat wachten. Een zonsondergang is nog te zien. Iedereen loopt naar buiten, maar na 3 minuten staan we al te klappertanden van de kou. Dus maar weer naar binnen en wachten op ons avondeten. Intussen typen we ons verslag. Het eten was goed. Lekkere soep, rijst aardappels groente schotel en een lekker stuk kip. Om 20.00 uur zijn we klaar met het avondeten. We besluiten maar om naar bed te gaan. Moe van het trappen en het gezeur aan je hoofd. Kees gaat ook maar aan de pil om van zijn hoofdpijn af te komen. Hij was er slecht aan toe. Hij heeft eigenlijk gekregen waar ik bang voor was, een soort van hoogteziekte.

We stappen het bed in en plotseling komt moeder-overste binnen en wil de kachel in onze kamer aansteken. Er staat namelijk een potkachel in elke kamer. We maken haar duidelijk dat we gaan slapen en geen prijs stellen op een warme kamer. De nacht zal koud worden dus hebben we de sokken maar aangelaten en dat is maar goed ook.

 

 

Dinsdag 21 juli.

 

K

ees heeft een zeer beroerde nacht achter de rug. Veel wakker geweest en vreselijke hoofdpijn. Bij mij is de hoofdpijn pas na 6 uur vanmorgen weggetrokken. Het ontbijt smaakt mij prima, maar Kees voelt zich nog steeds niet goed. Hij besluit om vandaag niet te gaan fietsen. Bij het ontbijt voelt hij zich ook een beetje misselijk, een “day-off” als het ware.

Ik begin samen met Rob aan een kleine steile beklimming van een “dirtroad”. Dit is om even op te warmen. De afdaling is prachtig. Geheel off-road. Over een verharde weg, alleen verhard als hij droog is natuurlijk. Een paar scherpe bochten met los zand haalde de snelheid uit de afdaling. Er moet soms flink geknepen worden in de remmen.

Ik stop af en toe gewoon om van het uitzicht te genieten. We stoppen op de rand van een canyon. Als je denkt dat ik alleen een afdaling heb vandaag, dan heb je het mis. Er moet ook geklommen worden en dat was best zwaar. Fietsen op rul zand naar boven tussen de sporen en gaten door, is van een andere orde dan een vlakke asfaltweg van gisteren. Ik trek mijn lange broek maar uit, omdat het zonnetje flink aan het schijnen is.

Jan moet nog even opzoek naar een mes, want hij heeft de andere boven bij de indianen laten liggen, samen met de rest van de afwas. Dit mes is van levensbelang voor de lunch. De lunch is ook vandaag prima geregeld. Tortilla’s met als inhoud Mozzarella kaas, tomaat, ui  en knoflook. Dit alles aangemaakt met een beetje mayonaise en mosterd. De bekende honger maakt de rauwe bonen zoet. Na de lunch gaat ook mijn jack uit. De zon blijft maar schijnen.

De eerste 200 meter na de lunch is vreselijk steil. Ik moet beide remmen helemaal in knijpen. Mijn achterwiel is geblokkeerd en nog glijd ik naar beneden. Ik ga nu een stuk downhill waar ik mijn evenwicht goed moet bewaren.

Beneden bij een brug, met bijna een paar blaren in mijn handen van het remmen, eindigde deze downhill trip. We laden de fietsen op en ik ga op het dak zitten om van het uitzicht te genieten. Het hobbelt wel erg en zeker op het dak. Geen kussen onder mijn kont en bijna geen houvast maar ik heb wel een mooi uitzicht. We komen vroeg aan in ons hostel in Isinlivi. Het Hostel Llullu Llama kan onderdak bieden aan 18 personen. Er is een grote vide met een stuk of 10 bedden. Kees en ik hebben een redelijk afgescheiden ruimte, maar alles staat in open verbinding met de woonkamer. Naarmate de middag vordert loopt het aardig vol.

Het hostel wordt gerund door 2 jonge Nederlanders die hier voor 3 maanden hun onderdak hebben gevonden. Koken wordt door een plaatselijke kok gedaan.

Het zijn vooral Nederlanders die dit hostel bezoeken. Zelfs een gezin vader en moeder met drie dochters met een leeftijd tussen 12 en 15 jaar. Zij hebben alleen een vlucht geboekt en de rest regelen ze in Ecuador. Ze reizen vooral met de bus. Een hele onderneming. Ze hebben al heel wat afgereisd. Twee jaar geleden zijn ze in Thailand geweest en in Italië enz enz. We krijgen instructies voor het verblijf in dit hostel.

Er wordt vriendelijk doch dringend verzocht om het toilet alleen voor de grote boodschap te gebruiken. Na het doen van de behoefte moet je houtsnippers in het toilet doen. Doorspoelen is er niet bij. De kleine behoefte moet maar achter in de tuin gedaan worden bij de lama, de heren links en de dames rechts. Ach zo gaat dat bij ecologische toiletten. Zittend op de pot heb je wel een prachtig uitzicht over het dal. Kees knapt al aardig op. Hij krijgt alweer een beetje zin in de koekjes die op tafel staan. We maken maar een kleine wandeling naar het dorp. Het mag eigenlijk geen dorp genoemd worden, er was een school, een kerk en een begraafplaats. Het aantal woningen schat ik op 40 maximaal. De kerkdeuren staan open, een mooie gelegenheid om naar binnen te lopen. De kerk is vrij groot voor zo’n klein dorp. De reden waarom de kerk open staat is al vrij snel duidelijk als we naar buiten lopen. Om de hoek staat een begrafenisstoet klaar. Er is nogal wat volk op de been. Het is een mooie kist. Later vertelde Jan dat ze de kist huren, omdat ze zelf geen kist kunnen betalen.

Met het avondeten zitten we gezellig met z'n allen aan tafel. Het natafelen duurt tot half tien ongeveer. Om 10 uur moet het stil zijn en terecht. Het merendeel moet morgen om 7.00 uur de bus nemen, dus het zal wel wat herrie geven rond een uur of 6 in de ochtend.

 

Woensdag 22 juli

 

I

k heb een redelijke nacht gehad. Ach ja, ‘s nachts naar het toilet, cq boom is even wat anders. Dus schoenen aan, trap af, woonkamer door, deur door, tuin in. Het is net even frisser dan normaal, maar alles went. De Nederlandse familie heeft inderdaad de bus vanmorgen genomen om 7.00 uur. Aan de ontbijttafel hebben we dus meer ruimte dan gisterenavond bij het avondeten.

We beginnen vandaag onze reis met de auto. We rijden naar de pas welke op 17 kilometer van ons hostel ligt. Rob zit boven op het dak. Ik heb daar gisteren gezeten maar ik prefereer toch de zachte kussens van de Toyota. Onze slaapplaats deze nacht is op 2800 meter, de pas waar wij de afdaling beginnen ligt op 3800 meter. De klim met de auto duurt ruim 3 kwartier. Het pad bestond uit verschrikkelijke kuilen, stenen, sleuven en alles wat je nog meer kan bedenken om een weg ontoegankelijk te maken.

 Op de top gaan de fietsen en Rob van het dak af. Een windjack is hier geen overbodige luxe. Omdat we een hele lange rit downhill gaan maken trek ik vandaag maar handschoenen aan. Gisteren had ik bijna blaren van het in de remmen knijpen.

 Het is weer een mooie afdaling, totaal anders dan gisteren. Het eerste stuk fietsen we boven de boomgrens en langzaam maar zeker komen er meer bomen en struiken tegen de rotswand aan. We komen door een paar kleine dorpjes en ook hier veel kinderen en honden. Ik zie zelfs kinderen die kinderen dragen. Sommige een beetje mensenschuw. Wat wil je als je twee grote witte mensen op een fiets voorbij ziet rijden. Tussendoor krijgen we nog even een klimmetje en daarna weer omlaag, maar nu via een mooie asfaltweg. Ik denk dat op deze weg de topsnelheid wel op 70 km per uur heeft gelegen. Aan het eind van de asfaltweg begint een cobblestoneweg. Een cobblestoneweg kan je ze vergelijken met de kasseien in België, maar dan een graatje erger. Het zijn grote en kleine stenen door elkaar heen. De onderlinge afstand tussen de stenen is soms wel 3 tot 4 cm.

Gelukkig ligt er naast de weg een plat gelopen strook waar je even op kan fietsen zonder te hobbelen.. Na een afdaling van 1000 hoogtemeters was het tijd voor de lunch. Hiervoor gaan we op zoek naar een restaurant in Saquisli waar ze kip met rijst serveren op de Ecuadoriaanse manier. Het menu bestaat uit soep met kip, aardappel, mais en nog wat duistere ingrediënten. De soep was nog niet op of het hoofdgerecht wordt al op tafel neergezet. Rijst met een stuk kip, boontjes en wat broccoli. Het smaakt prima, maar het zal niet een gelegenheid zijn waar Kees en ik op eigen gelegenheid zullen gaan eten. Het laatste gedeelte van vandaag, welke we op de fiets afleggen, hebben we tegenwind. De laatste 5 minuten begint het ook nog te spetteren.

 

De fietsen worden opgeladen en we gaan richting Chimboraza, de hoogste berg van Ecuador met een hoogte van 6310 meter.

Nu zitten we op een hoogte 3500 meter in een oud spoorwegstation. Hoe weet Jan het te vinden, zulke locaties. Weer heel anders dan gisteren. Morgen gaan we met de auto naar 4800 meter en lopen naar de 5000 meter.

 

 

Donderdag 23 juli

 

N

a meer dan 9 uur slaap loopt de wekker om 6.30 af. Jawel we lagen er gisteren om 21.00 uur al in. Kees heeft nog mee gekregen dat het vannacht  regende. Er waren wolken om de top van de Chimbarazo. Gelukkig dient zich de blauwe lucht aan. Eerst ontbijt met een fruitbakje van bananen en mango's. Yoghurt met muesli een beetje suiker en een gebakken eitje. Het was prima compleet in dit afgelegen stationsgebouw. Om 8.00 vertrekken we naar de Chimborazo. Een vulkaan met een hoogte van 6310 meter, de hoogste vulkaan van Zuid Amerika. Als ik Jan moet geloven dan is de afstand tot de zon kleiner dan de afstand van de Mount Everest tot de zon. Dit zou komen door de ovale vorm van de aarde rond de evenaar. Optisch misschien wel het hoogste punt van de aarde. Je moet wat verzinnen om je land te verkopen.

We rijden helemaal om de vulkaan heen. Jan weet wel een kortere weg om aan de  andere kant te komen en dat hebben we geweten. Navraag bij de 'locals' die hem vertellen dat dit de juiste weg is, komen we op een pad waar het hele dorp hun koeien, schapen, ezels, lama’s enz. verplaatsen naar de hoger gelegen stukjes land. Elke familie stuurt zijn dieren de straat op en probeert zo goed mogelijk de boel bij elkaar te houden. En nu komt er een landrover over het pad en alles moet wijken. Elke familie heeft op zijn minst 2 tot 3 honden bij zich. Soms lopen deze beesten blaffend mee naar boven. Maar goed dat we niet op de fiets zitten. Heelhuids zou je hier niet van thuis komen. Het lijkt wel of de tijd hier gewoon stil staat, gelet op hoe primitief dit eigenlijk allemaal gaat. We rijden nog een keertje fout maar uiteindelijk komen we na het meenemen van nog 4 locals op een voor Jan bekende weg. Kees en ik zouden deze side-trip voor geen goud hebben willen missen. En dan was het pas kwart voor 9 in de ochtend. Na een rit van een half uur over de grote weg rijden we de ingang van het park in. De controle is er nog niet dus we kunnen gewoon doorrijden. We betalen wel op de terugweg meldt Jan. De weg naar de 4800 meter is prachtig. Het lijkt wel een maanlandschap. Tussen deze stenen zien we nog een speciaal soort lama's, de vicuña. Deze lama's zijn de enige dieren die op deze hoogte kunnen overleven.

 

Het weer is lekker op geknapt en de zon schijnt volop. We komen aan bij de eerste hut op 4800 meter hoogte. Jan en Rob gaan niet mee naar boven. Maar eerst nog even een bezoekje aan het toilet. De deur  kon niet op slot en voor het doorspoelen gebruik je een opengesneden fles natuurlijk. Ik snap het wel, want om waterdruk op te bouwen voor een toilet op deze hoogte is vrij lastig, lijkt mij. We beginnen aan de klim van 200 meter naar de 5000 meter. Stapje voor stapje klimmen we. Op deze hoogte klimmen is zeer vermoeiend. De klim van 200 meter over een afstand van 800 meter duurt ongeveer 3 kwartier. Vele pauzes lassen we in. Als we even stil staan en je hartritme weer op de normale snelheid is, kan je de stilte horen. Iets wat we in Nederland niet kennen. We hebben het gehaald de 5000 meter.

Een heel mooi uizicht op de top van de Chimborazo valt ons ten deel. Op advies van Jan blijven we niet lang boven. Dit in verband met eventuele hoogteziekte. Na 10 minuten verlaten we deze hoogte en zetten de afdaling in. Maar eerst nog even een paar steentjes voor de collectie van Kees en Annie. We komen weer terug bij de eerste berghut en hier vandaan begint onze tocht naar beneden. Wel op de fiets natuurlijk. Een fantastische rit naar beneden.  Jan is onze cameraman. Op de gekste plekken maakt hij video en foto opnames het kan niet beter. We zien thuis wel wat we er van kunnen gebruiken.

We komen bij de ingang aan en moeten de entree van het park nog even afdragen, 10 dollar pp. We vervolgen onze weg in dit kale landschap. We gaan berg op, maar gelukkig hebben we de wind in de rug. Voor het klimmen een mooie oplossing. Maar na een paar bochten bergaf krijgen we nu de wind tegen. Bergaf en flink trappen is helaas ons lot. Deze afdaling tegen de wind in duurt wel een uur. De lunch is onze beloning. Jan verzorgt op zijn eigenwijze de lunch. Kaas in blokken, tomaat, ham enz enz. Weer prima te eten. Ook de thee, yoghurt en het drinken valt in goede aarde. Jan besluit dat we de fietsen maar moeten opladen. De weg voor ons is een cobblestoneweg. Wel een beetje heuvel af, maar het is toch beter om iets verder weer op te stappen. (Heel goed gedacht van Jan). We komen namelijk nogal wat wegopbrekingen tegen. Na ongeveer 5 kilometer werk aan de weg, worden we weer op de fiets gezet. We beginnen in een canyon, een dal met een klein stroompje. We starten zonder jas, maar al snel trekken we het windjack aan. “Je kan wel zien dat jullie broers zijn”: roept Jan, “Alle twee trekken ze gelijk hun jas aan”.

We beginnen op een hoogte waar nauwelijks bomen zijn. Hoe verder we afdalen hoe groener het wordt. De weg waar we op rijden is net aangelegd en ligt er uitnodigend bij om snel naar beneden te zeilen. We hebben nu ook weer de wind tegen. We beseffen dat het hier zo prachtig is, dus wordt er iets vaker in de remmen geknepen om van de natuur en het uitzicht te genieten. Jan onze cameraman en Rob onze fotograaf rijden constant naar voren om opnames van ons te maken. Net voor Ambato, een grote stad, komt onze prachtige afdaling tot een einde. We gaan de grote drukke stad door en verder naar Banos.

In Banos verblijven we twee nachten. Jan en Rob hebben besloten om niet terug naar Quito te gaan. Rob krijgt namelijk een nieuwe mountainbike. Maar 4 uur terug rijden en dan morgen natuurlijk thuis weer volop aan het werk en dan overmorgen weer op tijd vertrekken om vroeg in Banos te zijn is zelfs voor Jan iets te veel. Hebben ze ook een rustdag. We komen rond 16.00 uur aan in Banos. We krijgen een rondleiding van Jan met de auto door de stad. De tips van hoe laat waar we moeten zijn, waar we kunnen eten en wandelen worden volop gegeven. Het hosteria waar we overnachten ziet er netjes uit. Nu hebben we een eigen badkamer en toilet. Iets wat we 3 dagen niet hebben gehad. Opzoek naar een eetgelegenheid komen we het Nederlands gezin met de drie kinderen tegen. Wat kan de wereld klein zijn.

Morgen een rustdag.

 

Vrijdag 24 juli

 

V

andaag dus een rustdag.

Dat houdt in om 6.30 je bed uit en om 7.00 uur in het warmwaterbad in Banos liggen. Het is om deze tijd wel druk in dit warmwaterbad. Veel lokale bevolking is aanwezig hier. We zijn de enige Europeanen. Dus we hebben veel bekijks. Het water ziet er niet uit, heel smerig het lijkt wel modder. Maar naar het schijnt zit het vol met mineralen en andere goede stoffen. We gaan  er maar vanuit dat dit zo is. Bij het afgeven van de kleren worden we verzocht om eerst te douchen. Eerst douchen en dan het smerige water in? Vooruit dan maar. En inderdaad het water is warm. We zitten ongeveer drie kwartier in het bad. Wel afgewisseld met een koude douche. Het water van de waterval, welke direct naast het zwembad ligt, wordt opgevangen. Dit is koud water en je kan daar onder lekker afkoelen. Daarna wel weer in het warme water natuurlijk. Na afloop lopen we heel loom naar huis. Je bent gewoon kapot van deze wisselbaden. Wel weer en ervaring rijker. Na het ontbijt gaan we Banos in om wat foto's te maken en de stad te bezichtigen. Banos is niet zo groot om een hele dag door te dwalen, maar heeft wel een grote kerk. Bij het binnen gaan van de kerk wordt al duidelijk dat er een mis gaande is. We hebben deze mis maar gevolgd. Het is vrijdagochtend rond 10 uur en in de kerk zit zeker 100 man. Ook lopen de mensen gewoon in en uit de kerk tijdens de dienst. De dienst is afgelopen en we brengen een bezoek aan de Mariakapel. Ook daar was het druk. Banos is meer op toeristen ingesteld dan Quito. Diversen souvenirwinkels en eetgelegenheden wisselen elkaar af. Er zijn winkeltjes waar ze uit suikerriet het vocht persen. Maar zo zijn er 8 of 10 van dit soort kraampjes naast elkaar. Ik snap niet dat deze mensen hiervan kunnen leven. Op de  brug in Banos zien we nog mensen een soort bungy-jump maken. Het is niet een echte jump, maar een soort swing die gemaakt wordt. Ze gaan hun gang maar. De lunch bestaat uit witte broodjes met ham en wat Naranja. Dit eten we lekker op in het park. We bellen nog even naar het thuisfront en  even later begint het te spetteren. Langzaam lopen we terug naar het hotel met het idee om vanmiddag terug te gaan. Maar daar komt het niet van.  De spetters worden groter en ons onnodig nat laten regenen willen we ook niet. De was is gelukkig wel droog geworden. Om de tijd te doden spelen we een potje Yahtzee, stand 3 tegen 3.

De Tour de France nog even bekeken, tenslotte hebben we hier een televisie op de kamer. Straks maar gaan eten chez Marianne. Maar voor het eten eerst opzoek naar een verloopstekker voor mijn mobiele telefoon. Het kleine kabeltje ligt waarschijnlijk nog op ons vorige overnachtingadres, hoog in de bergen. Gewapend met telefoon en adapter  gaan we opzoek naar een telefoonwinkel. Bij de eerste slagen we niet. Maar bij de tweede telefoonwinkel waar we gewoon in het Engels terecht kunnen is het raak. Deze man pakt in een keer de goede adapter en sluit de telefoon aan. Hij laad op. Wat een geruststelling en voor de kosten van 5 dollar hoef je het ook niet te laten. We zijn weer uit de brand geholpen. Dus toch echt een rustdag.

 

Zaterdag 25 juli

 

G

isteren met Jan afgesproken dat we om 8.00 uur zullen ontbijten. Dat het 10 voor 8 wordt maakt niet zoveel uit, want als we beneden komen zitten Jan en Rob al aan het ontbijt. Het weer ziet er een beetje triest uit. In het dal hangen wolken en we zien de zon niet. We fietsen vandaag richting Puyo. We overbruggen een hoogteverschil van bijna 800 meter. We rijden de stad uit en halen onderweg nog een groep fietsers in. De eerste stop is bij een kabelbaantje over de Rio Blanco.  Voor 1 dollar pp stappen we in het bakje welke ons naar de overkant brengt. Het gaat razend snel. We gaan direct terug, maar eerst vraag ik of het iets langzamer kan. Gelukkig gebeurt dat ook. We kijken vanuit het bakje naar een plek waar twee watervallen bij elkaar komen. Nu valt zo’n waterval wel op maar na 100 watervallen kijk je daar niet meer van op. Onderweg komen we nog van die brugspringers tegen, zoals we gisteren in Banos hebben gezien. We stoppen op een plek waar we naar een grote waterval, een cascade, kunnen gaan kijken. Om daar te komen gaan we eerst een afdaling van een meter of 100 maken. Op het pad dat ons door de cloud-forest naar de waterval leidt is het vochtig en warm. Ook hier moeten we een dollar betalen, maar nu om bij de waterval te kunnen komen. Bij de waterval zijn 3 balkons gebouwd. Ze geven een mooi uitzicht over het naar beneden razende water. Wat een geweld. Ook houden we het zelf niet droog. Door nevel worden alle spullen nat. Mijn bril doe ik maar af, want ik kan er niet meer goed door kijken. Na een paar minuten bij het geraas, lopen we terug naar een hangbrug. Op deze brug mogen maar 5 personen tegelijk lopen. We maken een paar foto's en video opnames. We beginnen de klim naar boven. Op de weg terug komen we veel schoolkinderen tegen. Hele groepen komen naar beneden. Ze kijken allemaal een beetje vreemd naar twee lange blanke mensen die een soort maillot (onze lange fietsbroek) aan hebben. Het is namelijk nog steeds te koud om in je korte broek te fietsen. Eenmaal boven bij de parkeerplaats verteld Jan dat hij terug moet naar Banos. Hij heeft zijn kleren laten wassen, maar heeft ze vergeten mee te nemen. De tweede keer dat hij iets vergeet. We vervolgen onze weg. Rob weet waar we moeten stoppen. Het is een weg dus verdwalen kan je niet. We rijden richting de lunch. We passeren diverse tunnels. Zelf mogen we niet door de tunnels, maar er ligt altijd een pad langs de berg die ons om de tunnel leidt. Het is nog steeds bewolkt en er beginnen grote spetters te vallen. We zien een afdakje waar we voor een paar minuten gaan schuilen. Rob is al vooruit gereden, dus die moet maar zien waar hij schuilt, wij blijven hier even staan.

We vervolgen onze weg, want het wordt droger en ook Jan komt er weer bij. Het begint warm te worden. De lange broek gaat nu maar uit. Jan zegt dat we nog 4 colletjes over moeten, totdat we bij de lunchplek zijn. Het is even trappen maar dan heb je ook wel een mooie lunchplek. We zitten in een prieeltje  met een panoramisch uitzicht. Achter ons het gebergte van de Andes en voor ons het uitgestrekte gebied van Amazone. Er zijn zelfs hangmatten waar we in kunnen liggen om van het uitzicht te genieten. Jan maakt er weer een feestmaal van. Tortilla’s met tomaat, olijven, augurk, kaas en weer met wat dressing.

We zijn uitgegeten en uitgehangen en vervolgen onze weg naar Puyo. We krijgen nog een steile afdaling en een steile klim. Hoe dichter we bij Puyo komen hoe drukker het verkeer wordt. Een chauffeur die niet  oplette of de breedte zijn auto niet kende ramde met zijn spiegel tegen de elleboog van Kees. Het is wel even pijnlijk maar gelukkig heeft hij er niets aan over gehouden. Het wordt ook steeds warmer en ik begin al aardig te zweten. Het hotel welke Jan op het oog had is vol. Dit is het risico van het niet reserveren. Jan gaat op zoek naar een ander Hostel maar kan nog niets vinden. We laden de fietsen op en we gaan op zoek. Na nog geen 100 meter rijden zien we een ander Hostel. Yes er is plek. De auto mag op het binnenplein maar de fietsen moeten er alweer af. De auto moet namelijk een poort door en dat gaat niet met fietsen op je dak. De  kamer die we krijgen is prima. Eigen toilet en een warme douche met een harde straal. Om 7 uur spreken we af om te gaan Chinezen. Een Chinees in Puyo in Ecuador??? Het is een prima Chinees. Rijst met noedels groente en beef. De tent zag er niet uit maar het eten was prima. Nu zitten we op het dak van ons Hostel ons verslag te maken. Heerlijk koel, wel een paar kleine muggen en vliegen. Aan de linkerkant de toppen van de Andes en aan de rechterkant het Amazonegebied. Zeer relaxt dit pikken ze niet meer van me af. Morgenochtend 7.30 uur ontbijt .... op het dak.

 

Zondag 26 juli

 

Z

oals beloofd hebben we ons  ontbijt op het dak van ons hostel. Broodjes scrambelt-egg en ananas drink. Lekker fris zo 's morgens vroeg. Vannacht heeft het nog even vreselijk hard geregend. Ik hoorde wel iets maar Kees heeft het raam een stukje dicht gedaan zodat het niet naar binnen zou regenen. We gaan  vandaag van Puyo richting Tena. We fietsen nog steeds in tegengestelde richting zoals Cycletours gaat. De route gaat een beetje evenwijdig aan het Andesgebergte en door de rand van het Amazonegebied. We gaan heuvel op en heuvel af. Het is soms flink trappen, zodat je het gevoel krijgt dat de heuvel een berg is. Een paar keer krijgen we een hond achter ons aan. Met schreeuwen en stevig door fietsen ontkomen we er aan. Het weer is bewolkt en dat is ons geluk zegt Jan. Het kan wel eens heel lastig zijn als je hier op deze hoogte volop de zon hebt. Zelfs met dit bewolkte weer zweten we veel en is het heel benauwd als je boven op een col even staat uit te hijgen. Veel drinken is het motto. “Nog 2 colletjes”: roept Jan,”dan heb je een afdaling van 8 kilometer”. Met dit in het vooruitzicht trappen we vrolijk verder. De weg is een prachtige geasfalteerde baan. Het rijdt lekker weg. We geven na 2 en een half uur zelf aan dat we even willen stoppen om iets te drinken. Er worden 4 colaatjes gehaald in een plaatselijke winkel. Nou ja winkel, een opening in een huis waar ze iets verkopen. Wel hebben ze een koeling achter staan waar dus heerlijke koude cola uit komt. Kees past voor de koude versie van de Cola, hij wil een  niet gekoelde en die hebben ze ook. We gaan verder tot een brug en daar gaan we wat eten. Pollo met iets dat betekend kip met iets er bij. Maar voordat de brug er is, is het toch even afzien. Kees heeft zijn draai gevonden en trapt weer lustig de berg op. Iets anders dan afgelopen maandag toen hij het snot voor zijn ogen zag komen.

Soms fiets je boven de toppen van de bomen en zie je het begin van het regenwoud van de Amazone. Bomen met platte kruinen en veel varens. Eenmaal bij de brug aangekomen is het geen goed idee om hier ons kip op te scharrelen en te peuzelen.  “Nog 5 kilometer dan zijn we in Tena, daar weet ik een goede tent”. “Of we dat op kunnen brengen”; vraagt Jan. Echt honger hebben we niet dus die 5 kilometer kunnen we wel aan. Maar goed dat we zijn door gefietst, want we beginnen na dit dorp direct aan een klim. Een hele steile klim, stel je voor dat deze had moeten nemen met een volle maag.

Tena komt in zicht. We volgen Jan en rijden de stad in. Alleen aan de drukte van het verkeer merkje dat het zondag is. Van winkelsluitingstijden hebben ze volgens mij hier niet gehoord. Of het moet gewoon koopzondag zijn. De meest winkeltjes zijn open namelijk. Na het oversteken van een voetgangersbrug komen we aan bij ons restaurant. Van buiten ziet het er niet uit. Maar van binnen keurig netjes en prima.  Pollo hebben ze hier. Met een prachtig uitzicht op de rivier op de koop toe.

Kinderen laten zich in opgeblazen binnenbanden de stroom afvaren. Deze overheerlijke kip was weer een rib uit ons lijf. 15 Dollar voor 2 maaltijden en 4 cola. Het is nog 5 kilometer naar ons hotel. De eerste meters waren zwaar zo direct na het eten. Maar goed dat we die vorige steile klim al gehad hebben. We rijden nu echt weer de jungle in. We gaan over een brug waar net een auto over past. Kees krijgt helaas weer een lekke band. “Nog 350 meter”; zegt Jan. Kees besluit het laatste gedeelte maar te lopen. We komen aan bij ons hotel. Eigenlijk is het geen hotel maar is het een park met allemaal lodges. Onze lodge staat, zoals bijna alle andere lodges, op palen. Het heeft een dak dat bestaat uit bladeren. Ook zit er geen glas in de ramen, alleen horrengaas. Je ziet zoiets alleen maar in de reisprogramma's van Chris Zegers en Floortje Dessing. Maar nu maken wij het mee. Jan en Rob besluiten om een frisse duik te nemen in de rivier die langs en over het terrein stroomt. Kees en ik volgen ook. Het is heerlijk verfrissend. Lekker in het zonnetje in een riviertje en relaxen. Ik ben die steile klim alweer vergeten. Na de douche even een kleine rondwandeling maken en toch maar weer een paar foto's schieten. We zitten nu onder een overkapping annex eetruimte in de openlucht. Het regent hard. Een tropische bui zullen we maar zeggen. Gelukkig is het niet koud en staat er ook geen wind. Er lopen wat aapjes rond op het terrein en papagaaien zitten gewoon naast ons op de stoel. Het begint al op een jungle te lijken. Straks weer kip maar dan in bier.

 

 
     
    Ga naar reisverslag 1e week  Ga naar reisverslag 3e week